Wat is de opzegtermijn voor ontslagnemingen in België?

De berekening van de opzegtermijn in België hangt af van de datum waarop de werknemer begint te werken voor een aannemer of een overheidswerkgever.

Een contract dat ingaat na 1 januari 2014

Het hangt allemaal af van de lengte van het dienstverband van de werknemer.

Anciënniteit

Opzegtermijn (weken)

0 tot 3 maanden

1

3 tot 6 maanden

2

6 tot 12 maanden

3

12 tot 18 maanden

4

18 tot 24 maanden

5

2 tot 3 jaar

6

3 tot 4 jaar

7

4 tot 5 jaar

9

5 tot 6 jaar

10

6 tot 7 jaar

12

8 jaar en ouder

13

Deze tabel vat de schaal samen die in België van toepassing is voor werknemers die onder het algemene stelsel vallen. Vanaf 1 januari 2018 is de afwijkende regeling voor bepaalde sectoren niet langer van toepassing.

Een contract dat is begonnen vóór 1 januari 2014

De berekening is afhankelijk van de status van de werknemer, het aantal dienstjaren en het salarisniveau tot 31 december 2013.

Zaak van een werknemer

Twee perioden moeten bij elkaar worden opgeteld om de totale opzegtermijn te krijgen. Laat D1 en D2 respectievelijk de twee perioden zijn die berekend moeten worden. De totale periode is dan D = D1+D2. D1 wordt berekend op basis vande anciënniteit die werd verworven vanaf de datum waarop de werknemer in dienst trad bij de werkgever tot 31 december 2013. Er wordt ook rekening gehouden met het salarisniveau tot die datum. De periode komt overeen met 1,5 maand per vijf jaar anciënniteit, met maxima die variëren afhankelijk van het loon. Meer specifiek volgt hier het schema:

  • voor iemand met een bruto jaarsalaris van €32.254 of minder is de maximale opzegtermijn 3 maanden,
  • voor iemand met een bruto jaarsalaris tussen €32.254 en €64.508 is het maximum 4,5 maanden,
  • voor iemand met een bruto jaarsalaris van meer dan €64.508 is het maximum 6 maanden.

D2 wordt niet meer berekend als het maximum voor D1 al is bereikt (3 maanden, 4,5 maanden of 6 maanden). D2 wordt berekend op basis vande diensttijd van dewerknemer vanaf 1 januari 2014.

We kunnen dan de schaal in de bovenstaande tabel toepassen om de D2-duur te vinden. Als je D2 in de berekening moet opnemen, is de maximale totale duur vastgesteld op 13 weken.

Zaak van een werknemer

Het mechanisme om dit te bepalen blijft hetzelfde: je moet twee perioden bij elkaar optellen. Voor D1 moet je onderscheid maken tussen het geval waarin de werknemer in de publieke sector werkt en het geval waarin hij in de private sector werkt. In de publieke sector wordt een schaal gebruikt om de D1-periode te bepalen. Bij een anciënniteit tussen 0 en 20 jaar wordt een opzegtermijn van 14 dagen in acht genomen. Bij een anciënniteit van meer dan 20 jaar is een opzegtermijn van 28 dagen toegestaan.

In de privésector gelden dezelfde termijnen als de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet onderworpen is aan de bepalingen van een sectoraal Koninklijk Besluit. Voor overeenkomsten die beginnen op of na 1 januari 2012, kan een verkorte opzeggingstermijn van minstens drie dagen gelden als dit voorzien is in een naar behoren ondertekende professionele overeenkomst. In dit geval mag de werknemer op 31 december 2013 niet meer dan 6 maanden in dienst zijn.

Er is geen verandering in de manier waarop de tijdslimiet voor D2 wordt bepaald. De D1-periode wordt berekend in dagen en de D2-periode wordt berekend in weken, en wordt bij elkaar opgeteld zonder dagen om te zetten in weken.

Verplichtingen voor de werknemer

Misschien wil je ontslag nemen als boekhouder om makelaar te worden als onderdeel van een carrièreverandering? De ontslagaanvraag die je in België moet indienen, moet schriftelijk gebeuren om een formeel en authentiek bewijs te vormen dat aan derden kan worden tegengeworpen. Er zijn drie manieren om het naar je baas te sturen:

  • door deurwaarder: de opzegtermijn begint onmiddellijk te lopen,
  • per aangetekende brief: de opzegtermijn begint op de 3e werkdag na de datum waarop de kennisgeving is verzonden,
  • per brief die rechtstreeks bij de werkgever wordt afgeleverd: je baas moet een ontvangstbewijs tekenen en de opzegtermijn gaat in op de eerste maandag na ontvangst van het document.

Zonder de redenen voor het vertrek te specificeren, moet de ondertekende en gedateerde schriftelijke opzegging de start en de duur van de periode voorafgaand aan de definitieve beëindiging van de arbeidsovereenkomst vermelden. Tijdens de opzegtermijn moet de werknemer blijven werken zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, tenzij er een speciale regeling is getroffen met de werkgever.

Noch de werknemer, noch de werkgever mag de opzegtermijn verlengen. Als de werknemer de opzegtermijn niet wil uitzitten, moet hij of zij het bedrijf een ontslagvergoeding betalen op basis van het maandsalaris en de voordelen van de functie. Als de werknemer of werkneemster zijn of haar werkgever geen opzegtermijn geeft om ontslag te nemen, wordt dit beschouwd als het verlaten van de functie zonder geldige reden. De werknemer of werkneemster is ook verplicht om de werkgever een vergoeding te betalen voor de veroorzaakte schade. Aangezien vrijwillig ontslag wordt genomen zonder voorafgaande kennisgeving, is het te betalen compensatiebedrag hoger dan wanneer de werknemer onderhandelt om de opzegtermijn niet in acht te nemen.

De verplichtingen van de werkgever

Als een werknemer de opzegtermijn respecteert, kan de werkgever de werknemer niet verbieden het bedrijf te verlaten. Hij moet het recht van de werknemer respecteren om vrij te nemen om werk te zoeken. Dit kunnen twee halve dagen zijn over de hele opzegtermijn of twee halve dagen per week tijdens de opzegtermijn.

Aan het einde van de waarschuwingsperiode moet de werkgever de werknemer betalen voor alle verlofdagen waarop hij of zij recht heeft, maar die hij of zij niet heeft gebruikt tijdens zijn of haar dienstverband. Het bedrijf moet ook alle nodige sociale documenten overhandigen aan de ontslagnemende werknemer aan het einde van de waarschuwingstermijn: tewerkstellingsattest, belastingformulier, individuele rekening, werkloosheidsattest, enz.